Post by webberfan on Jun 3, 2007 20:58:15 GMT 1
Het lange Hemelvaart weekend leek me een uitgelezen moment om nog eens naar Londen te trekken en een aantal nieuwe musicalproducties mee te pikken.
Wanneer je een beetje inventief bent (en goed theatergek), dan kan je er in Londen in lukken om in drie dagen tijd vijf producties mee te pikken. Omdat ik nogal krap bij tijd zit en een verplaatsing naar Londen met de trein toch wel wat tijd in beslag neemt, opteer ik er altijd voor om op donderdag met de eerste trein richting Londen te trekken en op zondag weer naar Brussel te keren. Hoewel vandaag veel productie er voor opteren om hun matinee voorstellingen op woensdag en zaterdag te plannen, zijn er toch verschillende theaters die de namiddag voorstelling op donderdag houden.
Het Phoenix theatre is er zo één, maar aangezien ik Bloodbrothers nu al driemaal gezien heb, besloot ik om mijn trip aan te vangen met een klassieke theaterproductie. The Letter is een triller, die zich afspeelt in de Britse kolonies, vlak na de tweede wereldoorlog. Het is in niets te vergelijken met bijvoorbeeld the Mousetrap, waar het publiek de ganse voorstelling op het verkeerde been wordt gebracht en druk zit te speculeren over wie nu uiteindelijk de dader is. The letter opent met een scene waarbij de dader het slachtoffer zes maal in volle borst schiet, als opener kan dit tellen. De spanning en het boeiende zit hem vooral in het feit dat de toeschouwer stap voor stap wordt meegenomen in het verleden om het motief voor deze moord of was het wettelijke zelfverdediging te achterhalen. Zeer Brits, zeer spits, prachtige voorstelling met acteurs van wereldniveau.
's Avonds stond de klassiekers der klassiekers op het programma, The Sound of Music. Enkele maanden terug heb ik iedere zaterdagavond trouw naar de BBC gekeken om samen met Andrew Lloyd Webber te zien dat Conny Fisher als winnares van "How do you solf a problem like Maria" werd verkozen. Volgens de website van Albemarle, zou op Miss Fisher op donderdag 17 mei met verlof zijn. Iets of wat een domper, maar ik ging toch vooral om de nieuwe productie te bekijken, wie de hoofdrol ook speelde. Blijkbaar was ik of de website in kwestie verkeerd geïnformeerd, want in het programmaboekje en in de lobby stond duidelijk dat de hoofdrol die avond toch door Conny Fisher zou gespeeld worden.
Die avond bewees zij andermaal dat ze de terechte winnares van deze wedstrijd is geworden. Ze is gewoon Maria. Zang, dans, acteren het loopt perfect samen en maakt dat de voorstelling op een hoger niveau wordt getild.
Is dat dan nodig? Eigenlijk wel. Na één van de meest spectaculaire openingsscenes uit de musicalgeschiedenis, is de rest van de productie misschien iets te routineus. alles loopt iets te soft, iets te gestroomlijnd. Ik betrapte er me ook op dat ik steeds weer met de film zat te vergelijken, hoewel in het programmaboekje duidelijk stond dat deze productie op de theaterversie en niet op de film was gebaseerd. Toch miste ik bijvoorbeeld in de eerste acte het intieme "Edelweiss" dat in de film door Von Trap aan de haard, omringd door de kinderen wordt gezongen. Het mag detail kritiek zijn, maar dit is zeker niet de beste productie die ik in het Palladium ben gaan kijken. Decors, acteurs zijn allen adembenemend, maar het geheel overstijgt de film zeker niet. (dat was bijvoorbeeld wel het geval bij Oliver en Chitty chitty bang bang).
Vrijdag stond er slechts één productie op het programma. De musicalversie van Little Shop of Horrors, gebracht in een productie van de Menier Chocolate Factory. Deze laatste zijn momenteel de hipste ploeg in town. Nadat ik vorig jaar hun versie van Sunday in the Park with George mocht bewonderen, bestond er eigenlijk geen twijfel dat ik ook deze productie zou bezoeken. De mensen van Menier lukken er in om het musicalgenre op een hoger niveau te tillen. Met zeer originele settings en invalshoeken weten ze de kijker te boeien en te verrassen. Combineer dit met een ploeg van acteurs die voor het vak geboren lijken en de funny, happy, horror score van Menken en Ashman (het duo dat ons later The Little Mermaid en Beauty and the Beast zou brengen) en je zit gebeiteld voor een avondje top entertainment. Hier geen spectacularie decorwissels, maar een functionele setting, die het verhaal perfect ondersteund en door de nodige originele vondsten het publiek aan het lachen (en het bewonderen) krijgt. Een jonge beloftevolle cast, die van Little Shop of Horrors een must see maken en die terecht verlengd worden tot begin november (zij het wel in een ander theater).
Het hoogtepunt van deze trip had ik voor zaterdag opgespaard (achteraf bekeken kwamen er nog twee hoogtepunten aan, maar dat wist ik toen nog niet). Om 14.30 werden de lichten in het London Colliseum gedoofd, niet om de eerste noten van Bernstein's "On the Town" te laten weerklinken, maar wel om het woord te geven aan de directeur van English National Opera. De hoofdrol speelster had omwille van familiale omstandigheden moeten afhaken en de directeur kwam zich hiervoor verontschuldigen. Er was een vervangster gevonden, die zonder weinig repetitie de rol op zich zou nemen. De man had zich de moeite kunnen besparen. Indien wij het niet hadden geweten, hadden we er niets van gemerkt, een verbazende, verbluffende voorstelling.
Aan alles valt te merken dat On the town als één van de voorlopers van het moderen musicalgenre mag worden beschouwd. Verschillende elementen die in het latere werk van Bernstein zouden opduiken zijn reeds aanwezig, maar toch is het duidelijk dat dit een oudere musical is. De meer dan 100 muzikanten, zangers en (ballet)dansers, maken van deze productie echter een onvergetelijk feest. De grote choreografieën, de prachtig gezongen melodielijnen en het strak tempo dat aangehouden wordt, maken dat de herneming van deze On the Town een absolute topproductie is, zoals je die alleen in Londen kan gaan kijken. Een volledig opera-ensemble dat musical brengt, het blijft iets appart. Verderop tijdens dit seizoen plant ENO met Kismet nog een musicalproductie voor wie in de maanden juni of juli in Londen is en eens niet de platgetreden paden van het musicaltheater wil bewandelen, zal ook dit ongetwijfeld een aanrader zijn.
Zaterdagavond zat dit weekendje musical er al weer op, maar niet zonder eerst nog naar een try-out voorstelling van de Lord of the Rings te gaan kijken. Ik heb in dit verslag al veel supperlatieven gebruikt, maar voor deze productie zijn eigenlijk gewoon geen woorden. Rahman, in musicalmiddens gekend van Bombay Dreams, stond in voor de muziek. Hij heeft zich laten inspireren door allerlei folk- en zigeunerinvloeden. Op bepaalde momenten doet het geheel iets of wat aan Riverdance of Lord of the Dance denken, maar toch primeert steeds een originele songsetting. Rahman vervalt niet in grote bombastische muziek, maar heeft geopteerd voor heer subtiele ingetogen composities. Veel fluit en andere folkinstrumenten, die de frele stemmen prachtig tot hun recht laten komen.
Het decor is overweldigend en palmt letterlijk het volledige theatre Royal Drury Lane in. Tot de hoogste loges zijn in het decor betrokken en worden tijdens de voorstelling aangewend. Dat deze spectaculaire productie, die op sommige momenten veel weg heeft van een voorstelling van Cirque du Soleil, risico's inhoudt, is jammergenoeg vorige week nog gebleken. De decorwissels, de danspassen en de grote ensemble scenes zijn gewoon grandioos. Toch zal dit naar ik vrees een technisch zeer kwetsbare productie blijven. Niet alleen was er vorige week het jammerlijke ongeval, op de voorstelling die ik bijwoonde, werd er omwille van technische redenen gedurende 45 minuten onderbroken. Gelukkig kon er toch nog hervat worden. Is dit een topper? Voor mij wel, maar ik vrees dat de productie misschien iets te veel op twee paarden gokt. Zoals gezegd is de muziek betoverend prachtig in zijn eenvoud (echter zonder liedjes die er echt bovenuit steken). In contrast hiermee staan de soms vrij gruwelijke scenes die, omdat het volledige publiek er bij betrokken wordt, misschien een iets ander publiek aanspreken dan de muziek zou laten verwachten. Voor mij als musicalliefhebber, was dit een zeer geslaagde productie, maar de muziek had misschien iets gewaagder gemogen, om beter aan te sluiten bij de rest van de enscenering.
Alles bij elkaar een prachtig musical weekend, dat zeker voor herhaling vatbaar is.
Wanneer je een beetje inventief bent (en goed theatergek), dan kan je er in Londen in lukken om in drie dagen tijd vijf producties mee te pikken. Omdat ik nogal krap bij tijd zit en een verplaatsing naar Londen met de trein toch wel wat tijd in beslag neemt, opteer ik er altijd voor om op donderdag met de eerste trein richting Londen te trekken en op zondag weer naar Brussel te keren. Hoewel vandaag veel productie er voor opteren om hun matinee voorstellingen op woensdag en zaterdag te plannen, zijn er toch verschillende theaters die de namiddag voorstelling op donderdag houden.
Het Phoenix theatre is er zo één, maar aangezien ik Bloodbrothers nu al driemaal gezien heb, besloot ik om mijn trip aan te vangen met een klassieke theaterproductie. The Letter is een triller, die zich afspeelt in de Britse kolonies, vlak na de tweede wereldoorlog. Het is in niets te vergelijken met bijvoorbeeld the Mousetrap, waar het publiek de ganse voorstelling op het verkeerde been wordt gebracht en druk zit te speculeren over wie nu uiteindelijk de dader is. The letter opent met een scene waarbij de dader het slachtoffer zes maal in volle borst schiet, als opener kan dit tellen. De spanning en het boeiende zit hem vooral in het feit dat de toeschouwer stap voor stap wordt meegenomen in het verleden om het motief voor deze moord of was het wettelijke zelfverdediging te achterhalen. Zeer Brits, zeer spits, prachtige voorstelling met acteurs van wereldniveau.
's Avonds stond de klassiekers der klassiekers op het programma, The Sound of Music. Enkele maanden terug heb ik iedere zaterdagavond trouw naar de BBC gekeken om samen met Andrew Lloyd Webber te zien dat Conny Fisher als winnares van "How do you solf a problem like Maria" werd verkozen. Volgens de website van Albemarle, zou op Miss Fisher op donderdag 17 mei met verlof zijn. Iets of wat een domper, maar ik ging toch vooral om de nieuwe productie te bekijken, wie de hoofdrol ook speelde. Blijkbaar was ik of de website in kwestie verkeerd geïnformeerd, want in het programmaboekje en in de lobby stond duidelijk dat de hoofdrol die avond toch door Conny Fisher zou gespeeld worden.
Die avond bewees zij andermaal dat ze de terechte winnares van deze wedstrijd is geworden. Ze is gewoon Maria. Zang, dans, acteren het loopt perfect samen en maakt dat de voorstelling op een hoger niveau wordt getild.
Is dat dan nodig? Eigenlijk wel. Na één van de meest spectaculaire openingsscenes uit de musicalgeschiedenis, is de rest van de productie misschien iets te routineus. alles loopt iets te soft, iets te gestroomlijnd. Ik betrapte er me ook op dat ik steeds weer met de film zat te vergelijken, hoewel in het programmaboekje duidelijk stond dat deze productie op de theaterversie en niet op de film was gebaseerd. Toch miste ik bijvoorbeeld in de eerste acte het intieme "Edelweiss" dat in de film door Von Trap aan de haard, omringd door de kinderen wordt gezongen. Het mag detail kritiek zijn, maar dit is zeker niet de beste productie die ik in het Palladium ben gaan kijken. Decors, acteurs zijn allen adembenemend, maar het geheel overstijgt de film zeker niet. (dat was bijvoorbeeld wel het geval bij Oliver en Chitty chitty bang bang).
Vrijdag stond er slechts één productie op het programma. De musicalversie van Little Shop of Horrors, gebracht in een productie van de Menier Chocolate Factory. Deze laatste zijn momenteel de hipste ploeg in town. Nadat ik vorig jaar hun versie van Sunday in the Park with George mocht bewonderen, bestond er eigenlijk geen twijfel dat ik ook deze productie zou bezoeken. De mensen van Menier lukken er in om het musicalgenre op een hoger niveau te tillen. Met zeer originele settings en invalshoeken weten ze de kijker te boeien en te verrassen. Combineer dit met een ploeg van acteurs die voor het vak geboren lijken en de funny, happy, horror score van Menken en Ashman (het duo dat ons later The Little Mermaid en Beauty and the Beast zou brengen) en je zit gebeiteld voor een avondje top entertainment. Hier geen spectacularie decorwissels, maar een functionele setting, die het verhaal perfect ondersteund en door de nodige originele vondsten het publiek aan het lachen (en het bewonderen) krijgt. Een jonge beloftevolle cast, die van Little Shop of Horrors een must see maken en die terecht verlengd worden tot begin november (zij het wel in een ander theater).
Het hoogtepunt van deze trip had ik voor zaterdag opgespaard (achteraf bekeken kwamen er nog twee hoogtepunten aan, maar dat wist ik toen nog niet). Om 14.30 werden de lichten in het London Colliseum gedoofd, niet om de eerste noten van Bernstein's "On the Town" te laten weerklinken, maar wel om het woord te geven aan de directeur van English National Opera. De hoofdrol speelster had omwille van familiale omstandigheden moeten afhaken en de directeur kwam zich hiervoor verontschuldigen. Er was een vervangster gevonden, die zonder weinig repetitie de rol op zich zou nemen. De man had zich de moeite kunnen besparen. Indien wij het niet hadden geweten, hadden we er niets van gemerkt, een verbazende, verbluffende voorstelling.
Aan alles valt te merken dat On the town als één van de voorlopers van het moderen musicalgenre mag worden beschouwd. Verschillende elementen die in het latere werk van Bernstein zouden opduiken zijn reeds aanwezig, maar toch is het duidelijk dat dit een oudere musical is. De meer dan 100 muzikanten, zangers en (ballet)dansers, maken van deze productie echter een onvergetelijk feest. De grote choreografieën, de prachtig gezongen melodielijnen en het strak tempo dat aangehouden wordt, maken dat de herneming van deze On the Town een absolute topproductie is, zoals je die alleen in Londen kan gaan kijken. Een volledig opera-ensemble dat musical brengt, het blijft iets appart. Verderop tijdens dit seizoen plant ENO met Kismet nog een musicalproductie voor wie in de maanden juni of juli in Londen is en eens niet de platgetreden paden van het musicaltheater wil bewandelen, zal ook dit ongetwijfeld een aanrader zijn.
Zaterdagavond zat dit weekendje musical er al weer op, maar niet zonder eerst nog naar een try-out voorstelling van de Lord of the Rings te gaan kijken. Ik heb in dit verslag al veel supperlatieven gebruikt, maar voor deze productie zijn eigenlijk gewoon geen woorden. Rahman, in musicalmiddens gekend van Bombay Dreams, stond in voor de muziek. Hij heeft zich laten inspireren door allerlei folk- en zigeunerinvloeden. Op bepaalde momenten doet het geheel iets of wat aan Riverdance of Lord of the Dance denken, maar toch primeert steeds een originele songsetting. Rahman vervalt niet in grote bombastische muziek, maar heeft geopteerd voor heer subtiele ingetogen composities. Veel fluit en andere folkinstrumenten, die de frele stemmen prachtig tot hun recht laten komen.
Het decor is overweldigend en palmt letterlijk het volledige theatre Royal Drury Lane in. Tot de hoogste loges zijn in het decor betrokken en worden tijdens de voorstelling aangewend. Dat deze spectaculaire productie, die op sommige momenten veel weg heeft van een voorstelling van Cirque du Soleil, risico's inhoudt, is jammergenoeg vorige week nog gebleken. De decorwissels, de danspassen en de grote ensemble scenes zijn gewoon grandioos. Toch zal dit naar ik vrees een technisch zeer kwetsbare productie blijven. Niet alleen was er vorige week het jammerlijke ongeval, op de voorstelling die ik bijwoonde, werd er omwille van technische redenen gedurende 45 minuten onderbroken. Gelukkig kon er toch nog hervat worden. Is dit een topper? Voor mij wel, maar ik vrees dat de productie misschien iets te veel op twee paarden gokt. Zoals gezegd is de muziek betoverend prachtig in zijn eenvoud (echter zonder liedjes die er echt bovenuit steken). In contrast hiermee staan de soms vrij gruwelijke scenes die, omdat het volledige publiek er bij betrokken wordt, misschien een iets ander publiek aanspreken dan de muziek zou laten verwachten. Voor mij als musicalliefhebber, was dit een zeer geslaagde productie, maar de muziek had misschien iets gewaagder gemogen, om beter aan te sluiten bij de rest van de enscenering.
Alles bij elkaar een prachtig musical weekend, dat zeker voor herhaling vatbaar is.